14 februari 2021

Zo Creëer je nestelplekken voor wilde bijen

Eén van de oorzaken van de afname van het aantal bijen in Nederland is een gebrek aan geschikte nestelplekken. Veel wilde bijensoorten kunnen maar een paar honderd meter vliegen. Een paar soorten vliegen zelfs maar enkele tientallen meters. Daarom zoeken zij nestelplekken in de buurt van voedselrijke locaties. 

-Anna van der Heide

Om van je tuin een bestuiversparadijs te maken, is er dus meer nodig dan alleen het zaaien en planten van geschikte drachtplanten (planten die voedsel leveren aan insecten in de vorm van pollen en nectar). In een bijvriendelijke tuin moeten ook nestellocaties aanwezig zijn. In deze blog zullen we je vertellen over verschillende soorten nestelplekken en hoe je deze in je eigen tuin kan creëren. Zo kan je straks zelf aan de slag met een nestelproject(je) in jouw tuin of buurt!

Soorten nestplekken
Het grootste deel van de Nederlandse wilde bijensoorten, ongeveer 70 procent, nestelt onder de grond. Zij graven zelf gangetjes met nestcellen of gebruiken bestaande holletjes in de grond. Er zijn bijvoorbeeld hommelsoorten die hun nest bouwen in lege muizenholletjes. Ongeveer 20 procent van de soorten nestelt bovengronds. De overige 10 procent kan zowel onder als boven de grond nestelen. Bovengronds nestelende bijen doen dit veelal in afgestorven holle plantenstengels of in oude boomstammen. De bij legt in een gangetje een klompje stuifmeel waarop ze een eitje legt, vervolgens sluit ze deze nestkamer af. Dit herhaalt ze tot ze genoeg eitjes gelegd heeft.

Er zijn ook een aantal Nederlandse bijensoorten die nogal bijzondere nestjes bouwen. Zo zijn er drie soorten die hun nest maken in lege slakkenhuisjes. De kleine harsbij bouwt haar nest in de vorm van een soort ballonnetje. Dit maakt ze van een mengsel van hars en plantenvezels dat ze tegen de schors van een boom plakt. En de grote wolbij maakt een wollig nest van de kleine haartjes van planten (zoals in deze Pollinator blog verteld werd). Dan zijn er nog een groot aantal soorten koekoeksbijen, die – zoals de naam al suggereert – niet zelf hun nest maken, maar hun eitjes in nesten van andere bijen leggen. Deze soorten hebben weinig haar, omdat zij zelf geen stuifmeel hoeven te verzamelen voor hun larven.

Bijenhotels
Wanneer je wilde bijen wilt helpen nestelen in je tuin, zijn er verschillende dingen die je kunt doen. De meest bekende daarvan is het plaatsen van een bijenhotel, of insectenhotel. Dit is een kastje gevuld met bamboe, rietbuisjes en onbewerkt hout met gaten erin geboord. Bij het kopen of maken en het plaatsen van een bijenhotel moet je op een aantal dingen letten. Niet alle hotels zijn namelijk even geschikt.

Door op de volgende dingen te letten, kun je zoveel mogelijk gasten trekken:

  • De gangen in het hout en bamboe moeten afgesloten zijn aan de achterkant;
  • De gangen moeten netjes glad afgewerkt zijn, zodat bijen hun vleugels er niet aan kunnen beschadigen;
  • Zorg ervoor dat het hotel gangen van verschillende diameters heeft, zo maak je het aantrekkelijk voor verschillende soorten bijen: min. 2 tot max. 12 mm, waarvan gangen van 3 tot 8 mm de meeste gasten trekken;
  • Ook moeten de gangen diep genoeg zijn. Hoe dieper het eitje, hoe groter de kans dat er een vrouwtje uitkomt; 
  • Plaats het op een zonnige plek, minimaal een meter boven de grond;
  • Zorg dat het goed beschermd is tegen de regen, onder een afdakje bijvoorbeeld;
  • Het moet stevig bevestigd kunnen worden, een hotel met gammel haakje dat bungelt in de wind is geen aantrekkelijke nestelplek;
  • Zorg voor een voedselrijke omgeving;
  • Na een aantal jaar zal het hotel weinig gasten meer trekken door bijvoorbeeld scheuren en schimmelvorming in het materiaal. Vervang dan het hotel of delen daarvan en bewaar het oude in een hoekje van de tuin lang genoeg om de laatste gasten te laten vertrekken.
  • Wanneer je ervoor kiest om zelf een bijenhotel te maken, let er dan op dat je de gaten in het hout dwars op de vezelrichting boort. Zo voorkom je dat er scheuren in het hout ontstaan die de gangen onbruikbaar maken. Om het hotel makkelijker te kunnen vervangen, kun je gebruik maken van uitneembare delen. Door blokken ongeboord vermolmd hout en stengels en takken met merg toe te voegen, trek je ook soorten die hun eigen gangen knagen. Je kunt ook bakstenen met gaten toevoegen. Wil je twee spreekwoordelijke vliegen in één klap slaan, combineer je bijenhotel dan met een vlinderkastcomponent. Dit kastje biedt vlinders een beschut plekje om te overwinteren. Vul het met dorre blaadjes en takjes voor extra beschutting.

 

Bijencampings en een rommelige tuin
Zoals eerder gezegd, nestelt 20 procent van de bijensoorten bovengronds. De meeste bijen zullen een bijenhotel dus voorbij vliegen. David Kleijn, hoogleraar plantenecologie en natuurbeheer aan de Wageningen Universiteit, noemde bijenhotels dan ook ‘hartstikke leuk, maar vooral voor de bewustwording’ (De Volkskrant, 26 april 2019). Voor de ondergronds nestelende bijen kun je verschillende dingen doen. Veel bijen nestelen in kale plekken in het gras. Een simpele tip is dus om je gazon slecht bij te houden. Maai niet te vaak en vermijd schoffelen en harken (maaisel dient wel weggehaald te worden). Daar doe je trouwens ook op de grond overwinterende vlinders een plezier mee! Dood hout kun je ook prima laten liggen in een hoekje van de tuin. Daarnaast biedt het laten staan van ‘onkruid’ zoals paardenbloemen een voedselbron voor bijen. Kortom, bestuivers houden van een rommelige tuin.

Een andere simpele optie is de ‘bijencamping’! Die maak je door een oud kistje te vullen met leem en dit op zijn kant te zetten of te hangen. Bijen graven op deze camping zelf hun nestje  (De Volkskrant, 26 april 2019).

Ten slotte zijn er een aantal nestelhulp opties die wat meer werk vergen, afhankelijk van hoe groot je het project wilt aanpakken. Sommige creatieve bijen graven hun nest in het zand tussen de bestrating. Wie tegels in zijn tuin heeft of wil aanleggen, helpt deze bijen met zand tussen de voegen van de tegels en een dikke laag zand onder de tegels.

Je kunt ook een steilwand, stapelmuur of insectenheuvel aanleggen. Een steilwand is een verticale rand van zand of leem met weinig begroeiing. Deze kun je aanleggen door zand of leem recht weg te graven. Een steilwand vanaf 10 centimeter hoog is al geschikt. In een grote tuin kun je ook een insectenheuvel aanleggen, een hoop zand van maximaal 80 centimeter hoog. Om te voorkomen dat het zand wegwaait, kan je er enkele mossen of laagblijvende planten op laten groeien. Een stapelmuur maak je door stenen op te stapelen met leem ertussen. Zorg dat de muur stabiel is en er wat holtes tussen en achter de stenen zitten.

Voor alle genoemde opties geldt dat bijen behoefte hebben aan een zonnige nestelplek. Bepaal de locatie van deze plekjes dus door op een zonnige dag te kijken waar de meeste zon komt in je tuin. Houdt hierbij rekening met de aanwezige beplanting en hoe die zich zal ontwikkelen.

Leestips

Bijen hebben dus behalve aan voldoende voedsel ook behoefte aan geschikte nestelplekken. Het grootste deel van de soorten nestelt onder de grond. Daarom is het belangrijk om naast het plaatsen van bijenhotels ook aandacht te besteden aan het creëren van ondergrondse nestelmogelijkheden. Met weinig moeite kan je al zorgen voor een bijvriendelijk onderkomen. We hopen dat deze blog je inspireert om zelf aan de slag te gaan met een nestelproject. Wat zou jij in jouw tuin of buurt kunnen doen om nestelende bijen welkom te heten? Wil je hiermee aan de slag en/of meer lezen over hoe je je tuin of buurt bijvriendelijk maakt? Bekijk dan eens deze links:

Hier vind je de downloadlinks naar de readers ‘Laat jouw tuin zoemen’/’Laat jouw buurt zoemen’ van IVN Natuur Educatie: https://www.ivn.nl/cursussen/activiteiten/laat-jouw-tuin-zoemen / https://www.ivn.nl/cursussen/activiteiten/laat-jouw-buurt-zoemen 

Hoofdstuk 6 van het boek Gasten van bijenhotels door Pieter van Breugel gaat uitgebreid in op nesthulp voor bijen en wespen: https://www.bestuivers.nl/publicaties/gasten-van-bijenhotels

Ook leuk om te lezen

Krijg ons laatste Nectar Nieuws in je mailbox!