5 september 2025

De bij en haar bloem: kattenstaartdikpootbij en grote kattenstaart

De kattenstaartdikpootbij, Melitta nigricans, is uiterst kieskeurig: ze wil alleen maar stuifmeel van haar drachtplant: de grote kattenstaart. Die komt gelukkig veel voor in het wild. Helaas zijn de bijbehorende bijtjes wat zeldzamer. Des te meer reden om ook wat grote kattenstaarten in je tuin te zetten. De kattenstaartdikpootbij en vele andere beestjes zullen je dankbaar zijn.

Grote kattenstaart: onverstoorbare oeverbewoner

Deze wil je: Lythrum salicaria – de grote (of gewone) kattenstaart. Een vaste plant die van juni tot en met september bloeit en met spitse, paarsrode bloemaren de lucht in schiet, tot wel 1 meter 40 hoogte. Daarmee is ze in je tuin een waardevol alternatief voor de potentieel invasieve exoot, de vlinderstruik.

De grote kattenstaart houdt van zon en vocht en kan met haar diepe penwortel zelfs overstromingen doorstaan. In moerasachtig gebied kan deze onverstoorbare oeverbewoner zich enorm uitbreiden, maar ook op drogere grond redt ze zich prima, al blijft ze daar wat kleiner.

De eclectische bloemen dansen in kransen rond een opgaande stengel. Ze zijn geliefd door veel bestuivers: hommels, vlinders, kevers – en natuurlijk de kattenstaartdikpootbij. Ook rupsen van het boomblauwtje en de ernstig bedreigde grote vuurvlinder zijn verzot op deze plant. En in de wortel, stengel of de vruchten van de grote kattenstaart kun je vaak larven van verschillende soorten kevers vinden.

Een bij met een uitgesproken voorkeur

Zeg je kattenstaart, dan zeg je kattenstaartdikpootbij. Deze harige, monolectische bij bestuift de grote kattenstaart als geen ander; het is een echte stuifmeelspecialist. Ze draagt het opvallend groene stuifmeel van de grote kattenstaart aan haar achterpoten mee en vormt er samen met nectar kleine klompjes van.

In elke broedcel van het nestje legt ze zo’n klompje klaar voor de larve. Voor één broedcel heeft ze stuifmeel van minimaal 245 bloemen nodig. Eén plant in de tuin is dus helaas nog niet voldoende om haar te helpen – daarvoor zijn grotere hoeveelheden nodig.

Waar vrouwtjes zijn, vind je mannetjes. Rond de grote kattenstaart patrouilleren vaak groepjes mannelijke kattenstaartdikpootbijen. Of ze zitten er op wacht. De plant is zelfs zo’n hotspot dat ze er soms ook slapen. Zowel man als vrouw hebben witte achterlijfbanden en felrode tarsen (het uiteinde van hun pootje) aan de voorste poten – subtiel, maar kenmerkend.

Image

kattenstaartdik-pootbij en ‘haar’ plant

Het vrouwtje verzamelt uitsluitend stuifmeel van de grote kattenstaart. Hierdoor is ze alleen tijdens de bloei van ‘haar plant’ actief. In deze vrij korte bloeiperiode moet ze al het voedsel voor haar nageslacht verzamelen.

Regionaal schaars, niet bedreigd

Hoewel de grote kattenstaart in Nederland bijna overal voorkomt, is de kattenstaartdikpootbij lang niet overal te vinden. Haar verspreiding beperkt zich vooral tot het rivieren- en bekengebied in het zuiden. Deze vochtige gronden zijn zeer vruchtbaar voor grote groepen van haar drachtplant. Enkele populaties zijn aangetroffen aan de IJssel in Zwolle en in Den Haag.

De bij staat niet op de Rode Lijst van Nederlandse Bijen, maar wordt wel als regionaal schaars beschouwd. Wie weet door een gebrek aan geschikte nestplaatsen, wie weet speelt maaibeheer de soort parten. Hoe dan ook, de perfecte combinatie van voldoende bloemen en geschikte nestplaatsen is blijkbaar maar op weinig plekken aanwezig.

Wat jij kunt doen

Creëer dus die perfecte combinatie. Kattenstaartdikpootbijen nestelen in de grond, dus met wat kale plekken tussen de perken geef je ze al een kans op de eerste B van een B&B. Voor de B van breakfast hebben kattenstaartdikpootbijen echt veel grote kattenstaarten nodig. Met een goedgevulde border zal de bij nog niet naar je tuin komen, laat staan een enkele plant. Maar toch: hoe meer, hoe beter. Dus zaai of plant vooral veel grote kattenstaarten.

Heb je een vijver – sowieso een goed idee voor een biodiverse tuin – zet de plant dan dichtbij het water. En of de kattenstaartdikpoot zich nu wel of niet laat zien, je doet de natuur hoe dan ook een gunst met deze plant in je tuin. Allerlei insecten profiteren van het stuifmeel en de nectar van deze sterke, sierlijke oeverbewoner.

{visual}

de maker

Wie: Sarieke (tekst) en Yvonne (illustratie)

‘Zonder bestuivers zijn we nergens, maar dat weet lang niet iedereen. Met mijn verhalen wil ik mensen hier bewust van maken en doen inzien dat je zelf kunt bijdragen aan een oplossing.’ – Sarieke

Sarieke Brinkhuis is verhalenmaker en Super Pollinator in de provincie Utrecht

Ook leuk om te lezen

Krijg ons laatste Nectar Nieuws in je mailbox!