9 juli 2024
De bij en haar bloem: slangenkruidbij en slangenkruid
Goed voedsel en een fijne plek om te nestelen, meer heeft een bij niet nodig. Maar wat voedsel ‘goed’ maakt en een plek ‘fijn’, dat verschilt van bij tot bij. Sommige bijen zijn zo afhankelijk van specifieke omstandigheden, dat ze lang niet overal goed gedijen. De slangenkruidbij is zo’n bij. Haar naam zegt het al: zonder slangenkruid geen slangenkruidbij.
Inheems slangenkruid
Behaarde pluimen tot een meter hoog, zij aan zij gerangschikte roze knoppen en paarsblauwe bloempjes, dat is slangenkruid, Echium vulgare. Uit de bloemen steken donkerroze meeldraden en een gespleten stijl, als de gevorkte tong uit een slangenkop. Echium komt van het Griekse echis, dat ‘adder’ betekent. Vulgare staat voor ‘gewoon’ of ‘veel voorkomend’. De plant komt oorspronkelijk uit verre oorden rond de Middellandse Zee en de Zwarte Zee, maar heeft zich in prehistorische tijden in ons kikkerlandje gevestigd. Vandaar dat we slangenkruid een inheemse plant noemen.

Enkel slangenkruid voor dit metselbijtje
Slangenkruid is een aanwinst voor je tuin. Niet alleen omdat het een parel van een plant is, ze is ook nog eens zeer geliefd onder veel bestuivers. Zweefvliegen, vlinders, kevers, bijen; ze lusten wel pap van het slangenkruid. De plant is voor haar voortplanting dus niet afhankelijk van één bestuiver. Andersom is er echter wel een bij die voor haar voortbestaan afhankelijk is van het slangenkruid – en dat is de slangenkruidbij, Hoplitis adunca, een kleine, wilde bij uit de metselbijenfamilie. Een echte specialist bovendien: geen enkel ander stuifmeel dan de blauwe pollen van het slangenkruid is goed genoeg voor haar jonkies. Ook wat nectar betreft geeft deze bij de voorkeur aan die van het slangenkruid.

De slangenkruidbij en ‘haar’ plant
Slangenkruid is een tweejarige plant. Slangenkruidbijen lopen liever geen risico op een voedseltekort, vandaar dat veel poppen twee jaar in het nest blijven voordat ze uitvliegen. Slim hè? Deze bij is helemaal aangepast aan ‘haar’ plant. Bovendien moeten er genoeg bloemen in de buurt bloeien om te overleven. Dit jaar én volgend jaar, ook dat is lastiger met een tweejarige plant. Vandaar dat deze metselbij alleen voorkomt op plekken waar het slangenkruid welig tiert en waar ze een geschikt nestje kan metselen.
Op de Rode Lijst
Waar slangenkruid bloeit, is de slangenkruidbij, zou je denken. Toch gaat dat in Nederland niet op. In de duinen bijvoorbeeld, waar de felgekleurde pluimen van het slangenkruid afsteken tegen het schrale zand, is geen slangenkruidbij te vinden. Waar dat aan ligt, is nog niet helemaal duidelijk. Misschien is het te ver weg voor bestaande populaties, of is er geen geschikte nestgelegenheid.
Vooralsnog is dit metselbijtje een zeldzaamheid. De grote afhankelijkheid maakt haar kwetsbaar. Niet voor niets staat ze op de Rode Lijst van Nederlandse Bijen, samen met 180 andere wilde bijen (meer dan de helft van alle soorten die hier voorkomen!). Toch is er ook goed nieuws: de slangenkruidbij werd tot voor kort alleen in Limburg en Brabant waargenomen, maar is steeds vaker in noordelijke en westelijke richting gespot. Wie weet is het een kwestie van tijd voordat ze ook de duinen bereikt.
Wat jij kunt doen
Wat kun jij doen om deze bijzondere schoonheid een handje te helpen? Veel slangenkruid zaaien en planten, uiteraard. Heb je in het voorjaar meegedaan met Voer de bij bij, dan kun je dit al afvinken, want in het zaadmengsel van de campagne zat ook slangenkruid. En anders: zaaien maar! Helaas zal één tuin met slangenkruid nog niet genoeg zijn voor de slangenkruidbij om massaal te verkassen. Nodig de buurt uit om mee te doen, want hoe meer slangenkruid, hoe groter de kans op slangenkruidbijen.
Let wel op: er zijn meerdere Echium-soorten – en reken maar dat de slangenkruidbij het verschil opmerkt. Wil je haar voorzien van stuifmeel, zaai of plant dan de inheemse Echium vulgare, die kent ze het best. Gebruik gifvrije zaden en planten, dan weet je zeker dat je de bijen geen kwaad doet. Bijvoorbeeld van Cruydt Hoeck of vind een teler via de Vereniging voor Biologische Sierteelt Nederland. Omdat slangenkruid een tweejarige plant is, is het najaar een perfect moment om te zaaien (eventueel zaad dat je in het voorjaar hebt gezaaid, kan later nog ontkiemen).
Tot zover het goede voedsel, dan nog die fijne plek om te nestelen. De slangenkruidbij wordt blij van holle stengels, dood hout en kieren tussen stenen. Ze zal je ook zeker dankbaar zijn voor een bijenhotel op het zonnige zuiden met nestgangen met een diameter van 5 tot 6 mm. En omdat ze zelf de tussenwandjes en de afsluiting metselt, zijn zand, leem en kleine steentjes in de nabijheid ook zeer welkom. Kortom: heb jij een rommelige tuin met veel slangenkruid (in de buurt), wie weet kun je dan ooit de slangenkruidbij bij jou verwelkomen.

Vragen aan de makers
Wie: Marieke (illustraties) en Sarieke (tekst)
Waarom maken jullie deze serie over bijen en hun bloemen?
‘Uit liefde voor planten, bloemen en de natuur. Als illustrator en tuincoach vind ik het erg belangrijk om meer mensen te inspireren om biologische keuzes te maken. Samen kunnen we kiezen voor gifvrije planten.’ – Marieke
‘Zonder bestuivers zijn we nergens, maar dat weet lang niet iedereen. Met mijn verhalen wil ik mensen hier bewust van maken en doen inzien dat je zelf kunt bijdragen aan een oplossing.’ – Sarieke
Marieke Honingh is illustrator, tuincoach en gespecialiseerd in biologisch tuinieren. Ontdek haar Instagramkanaal voor meer inspiratie: @mariekehoningh.
Sarieke Brinkhuis is verhalenmaker en Super Pollinator in de provincie Utrecht

Wil jij een bijenhotel bij jou thuis?
Boek onze workshop ‘bijenpaleis maken’ en leer alles over diverse bijensoorten in Nederland. Geen zin om zelf de handen uit de mouwen te steken? Dan kun je in de webshop een profi paleisje kopen van BeeGrateful. Wees welkom bijen!
Pollinator podcast
🎙️Luistertip: Wil je meer leren over de wondere wereld van Slangenkruid en andere bloemen zoals de Klaproos en de wilde Cichorei? Luister naar de Pollinator Podcast. In deze aflevering vertelt Lucinda Maria van der Ploeg; herboriste, fytotherapeute in opleiding, Super Pollinator, en groot liefhebster en kenner van bloemen je alles over deze prachtig bestuivende bloemen.